Veiligheid aspecten

Wat kun je nog meer doen op het gebied van Veiligheid?

Hieronder vind je een aantal aanvullende veiligheidsaspecten:

Volgens het FSN reglement dient de volgende veiligheidsuitrusting aan boord van een sloep te zijn tijdens wedstrijden;

De volgende uitrusting is verplicht:

  • Dollen met bijbehorende riemen voor elke dolpot;
  • 2 hoosvaten/emmers;
  • Een deugdelijke voor- en achterlijn (mede in verband met het slepen van een sloep in noodgevallen); waarvan minstens één (sleep)lijn met een lengte van minimaal 10 meter lang en minimaal 12 mm dik;
  • Ten minste 2 voor de sloep geschikte fenders/stootwillen ter voorkoming van beschadiging aan de eigen of andere sloep(en);
  • Voor het bevestigen van het startnummer dient voor op de sloep een houder gemonteerd te zijn. Deze houder moet dusdanig zijn gemonteerd dat het startnummer te allen tijde waarneembaar is vanuit een standpunt haaks op de sloep. De houder (100 mm lang en inwendig 16 mm vierkant) moet goed gemonteerd worden, vertikaal, bovenkant gelijk of hoger dan de voorsteven en onderkant dicht met eventueel een water loop gaatje (zie onderstaande afbeelding);
  • Voldoende reddingsmiddelen voor alle opvarenden, waaronder ten minste één reddingsvest (dus geen zwemvest) per opvarende. Let er bij zelfopblazende reddingsvesten op dat ze goedgekeurd zijn!
  • De stuurman/stuurvrouw draagt tijdens FSN-wedstrijden verplicht het reddingsvest.
 

Tot de aanbevolen uitrusting behoren:

  1. Reserve dol(len) en riem(en);
  2. Een handpomp;
  3. Een anker en ankerlijn van voldoende lengte;
  4. Een (waterdichte) ehbo-koffer;
  5. Thermodekens voor alle opvarenden (onderkoeling);
  6. Voldoende water (uitdroging);
  7. Een kompas;
  8. Een radarreflector;
  9. Zeilmes;
  10. MOB werplijn.

 

Wees tijdens trainingen en wedstrijden bedacht op plotselinge veranderende omstandigheden, of calamiteiten. De weersomstandigheden kunnen veranderen, zware buien of mist kunnen het zicht onverwacht sterk verminderen. Een of meerdere van de opvarenden kunnen onwel worden, of gewond raken. Door slecht zeemanschap van een ander schip kun je betrokken raken bij een ongeval.

Zorg, zeker ook tijdens trainingen op open water, bij voorkeur voor:

  • Middelen om hulpdiensten in te roepen, bv marifoon (certificaat verplicht) of een mobiele telefoon met voldoende batterijcapaciteit. Hierbij is de KNRM Helpt App erg handig. Heb je geen marifoon aan boord? Dan is de gratis KNRM Helpt App een perfect alternatief! (je moet uiteraard wel mobiel bereik hebben, en nog beter is marifoon èn de app!);
  • Middelen om de aandacht te trekken, bijv. reddingsignalen;
  • Middelen om te navigeren zodat bij plots opkomende mist de weg terug naar de haven gevonden kan worden, er zijn tegenwoordig uitstekende apps;
  • Een luchthoorn om bij slecht zicht signalen te kunnen geven aan andere schepen.
 

Houd de weersomstandigheden goed in de gaten. Zoek bij naderend onweer zo spoedig mogelijk de thuishaven of andere beschutting van een haven op.

Let op in de buurt van grote schepen, ze veroorzaken soms grote boeg- en hekgolven en hebben vaak een dode hoek voor het schip van honderden meters lang. Bij voorkeur nooit voor een groot schip oversteken, maar achterlangs.

Wellicht overbodig om te noemen, maar het wettelijk toegestane alcoholpromillage voor schippers bedraagt 0,5 promille en geldt voor alle schippers en voor degenen die aan het roer staan. Iedereen die een schip bestuurt moet scherp en alert zijn. Ga voor zeker en drink geen alcohol als stuurman van een sloep, je hebt de verantwoording voor 6 tot 14 overige opvarenden en alle andere schepen in je buurt!

Heb je een vraag?

Stel je vraag door ons een mail te sturen of het contactformulier in te vullen.